Logo Hondenverzekering

Wat is hondsdolheid?

Hondsdolheid is een ziekte waar je waarschijnlijk al eens van hebt gehoord. Deze ziekte leidt jaarlijks tot duizenden sterfgevallen onder mensen en dieren. Wat is deze ziekte precies en waardoor wordt deze veroorzaakt?

Inhoudsopgave

Geschiedenis van hondsdolheid

Hondsdolheid of rabiës wordt veroorzaakt door het Lyssavirus. De benaming rabiës is afkomstig van het Latijnse rabiës, wat waanzin betekent. De oorsprong van de term Lyssa is tot op heden niet geheel duidelijk. Wetenschappers denken dat het van het Oud-Griekse woord Lytta, wat tong betekent, afstamt. In de tijd van de oude Grieken werd er namelijk gedacht dat de ziekte veroorzaakt werd door een klein wormpje onder de tong. Bij mogelijk besmette honden werd de tong doorgesneden en verwijderd. Deze methode werd tot het begin van de 19e eeuw toegepast om hondsdolheid te bestrijden.

Louis Pasteur was degene die hier een einde aan maakte. Zijn bekendste experiment is het experiment met het jongetje Joseph Meister. Hij werd gebeten door een hond met hondsdolheid. Door de lange incubatieperiode is het mogelijk geweest om het jongetje bloot te stellen aan steeds hogere concentraties van het virus, waardoor hij een beschermende immuniteit ontwikkelde. Deze behandeling was het begin van het rabiësvaccin dat nu voor honden wordt gebruikt.

Hondsdolheid in Nederland

Volgens het RIVM heeft Nederland sinds 1923 een rabiësvrije status. Dit betekent dat klassieke rabiës niet voorkomt bij huis- of wilde dieren. In de afgelopen 40 jaar zijn er in Nederland vijf mensen overleden door de ziekte. Alle vijf de patiënten hadden hondsdolheid opgelopen in het buitenland.

In 1987 werd in Nederland een andere vorm van het rabiësvirus vastgesteld bij een vleermuis. Deze variant, European Bat Lyssavirus genoemd, komt af en toe voor in delen van West-Europa. EBLV kan de symptomen van rabiës veroorzaken, maar is niet zo besmettelijk als het klassieke rabiësvirus. Deze vorm komt tot nu toe vrijwel alleen bij vleermuizen voor en daarom wordt er geadviseerd om uit de buurt te blijven van vleermuizen.

Verspreiding van hondsdolheid

Het rabiësvirus komt voornamelijk voor bij dieren zoals honden, vossen, vleermuizen, katten en apen. De overdracht van het virus gebeurt meestal via een beet, een krab of een lik van een besmet dier, waarbij het speeksel in aanraking komt met een wond of slijmvliezen. Besmetting via ontlasting of bloed is daarentegen niet mogelijk. Uit onderzoek van het RIVM blijkt bovendien dat het virus vrijwel niet van mens op mens wordt overgedragen. Wereldwijd zijn honden de belangrijkste bron van rabiësinfecties bij mensen. Om hondsdolheid te voorkomen zijn er een aantal dingen die je kunt doen.

  • Het is verstandig om contact met vleermuizen te vermijden.
  • Vermijd contact met lokale zoogdieren als je naar een land reist waar rabiës voorkomt.
  • Raak zo min mogelijk dode of zieke dieren aan.

Symptomen van hondsdolheid

Hondsdolheid is een ziekte die de hersenen aantast en als het eenmaal in je lichaam zit kom je er ook niet meer vanaf. Het bouwt zich langzaam op en de klachten worden steeds ernstiger. Het virus heeft een incubatietijd van 20 – 90 dagen. Dat betekent dat het erg lang duurt voordat het virus het lichaam is binnengedrongen. Als je in contact bent geweest met een dier dat hondsdolheid heeft, is onmiddellijke actie noodzakelijk. Hoe langer je wacht, hoe kleiner de kans om de ziekte te voorkomen. Neem direct contact op met een arts om verdere verspreiding van het virus te voorkomen.

De ziekteverschijnselen zijn hetzelfde, zowel bij dieren als bij mensen. Het begint met onschuldige klachten. Denk daarbij aan:

  • Koorts
  • Verminderde eetlust
  • Misselijkheid
  • Hoofdpijn

In de fase daarna kunnen er hevige klachten optreden, zoals:

  • Hyperactiviteit
  • Nekstijfheid
  • Verlamming optreden
  • Lucht- of waterfobie

Uiteindelijk beland je in een coma en overlijd je. Deze ziekte heeft vrijwel altijd een dodelijke afloop als het eenmaal de hersenen heeft bereikt. Jaarlijks sterven er zo’n 55.000 mensen aan deze ziekte. Er zijn over de hele wereld maar zes mensen geweest die zijn genezen van hondsdolheid.

Het rabiësvaccin

Omdat Nederland een rabiësvrij land is, hoeven honden die hier zijn geboren en blijven, niet gevaccineerd te worden. Zodra je naar het buitenland wilt of van het buitenland weer terug naar Nederland, is het wel verplicht om de hond te laten inenten. Honden mogen pas ingeënt worden als ze drie maanden oud zijn en dan is het vaccin drie jaar geldig.

Voor mensen is het vaccin niet verplicht. Voor sommige landen wordt vaccinatie sterk aanbevolen, vooral bij een langdurig verblijf. Landen zoals Afrika, Oost-Europa, Azië, Zuid- en Midden-Amerika zijn hoge risicogebieden en het kan dus verstandig zijn om de vaccinatie te nemen. De GGD adviseert in dat geval twee vaccinaties. Het is namelijk nog niet duidelijk of 1 vaccin voldoende aanslaat op ons immuunsysteem.

Ook als mensen in aanraking zijn geweest met dieren die wellicht hondsdolheid hebben, is het belangrijk om zich in te laten enten. Als je bijvoorbeeld gebeten bent of met vleermuizen werkt, is er een kans op hondsdolheid.

Inhoudsopgave
Artikel delen