1. Begin met basiscommando’s
Zorg ervoor dat je hond de belangrijkste commando’s kent, zoals:
- Zit – Essentieel voor controle en rustmomenten.
- Blijf – Helpt je hond om op zijn plek te blijven en niet weg te rennen.
- Hier – Zorgt ervoor dat je hond altijd terugkomt als je hem roept.
- Los – Handig als je hond iets in zijn bek heeft wat hij niet mag hebben.
2. Beloon goed gedrag
Positieve bekrachtiging werkt het beste. Beloon je hond met snacks, speeltjes of lof als hij iets goed doet. Vermijd straffen, want dit kan angst of ongewenst gedrag veroorzaken.
3. Train in korte sessies
Honden hebben een korte aandachtsspanne. Train maximaal 10-15 minuten per keer en herhaal dit meerdere keren per dag. Houd het leuk en speels!
4. Socialiseer je hond
Zorg ervoor dat je hond positieve ervaringen opdoet met andere honden, mensen en nieuwe omgevingen. Dit voorkomt angst en gedragsproblemen later.
5. Wees consequent
Gebruik altijd dezelfde commando’s en regels, zodat je hond niet in de war raakt. Iedereen in het gezin moet dezelfde aanpak hanteren.
Met geduld en consistentie kun je je hond goed trainen en zorgen voor een gehoorzaam en gelukkig huisdier.
