1. Stel duidelijke en consequente regels
Honden hebben structuur nodig. Zorg ervoor dat alle gezinsleden dezelfde regels hanteren. Als je de ene keer wel op de bank mag en de andere keer niet, raakt je hond in de war. Wees consequent in je commando’s en verwachtingen.
2. Beloon goed gedrag direct
Positieve bekrachtiging werkt het beste. Beloon je hond meteen met een snoepje, een aai of een enthousiast “goed zo” wanneer hij gewenst gedrag vertoont. Zo leert hij snel wat wel en niet mag.
3. Zorg voor voldoende beweging en mentale uitdaging
Veel gedragsproblemen ontstaan door verveling of overtollige energie. Maak lange wandelingen, speel samen en bied hersenwerkjes aan, zoals een voerpuzzel of zoekspelletjes.
4. Leer je hond zelfbeheersing
Zelfbeheersing helpt tegen impulsief gedrag zoals opspringen of blaffen. Oefen commando’s als “zit” en “blijf” en beloon kalm gedrag. Dit helpt je hond om beter te luisteren in opwindende situaties.
5. Negeer ongewenst gedrag
Gedrag zoals bedelen of blaffen om aandacht worden versterkt als je erop reageert. Negeer dit gedrag volledig en beloon pas wanneer je hond rustig is.
6. Kies een trainingsmethode die bij je hond past
Elke hond is anders. Sommige honden reageren goed op clickertraining, terwijl anderen beter leren met stemcommando’s en beloningen. Zoek uit wat voor jouw hond het beste werkt.
7. Schakel professionele hulp in bij hardnekkige problemen
Soms is professioneel advies nodig. Een hondengedragstherapeut of ervaren trainer kan helpen om hardnekkige problemen effectief aan te pakken.