1. Zit – De basis van elke hondentraining
Zo leer je het aan:
- Houd een snoepje bij de neus van je hond.
- Beweeg het langzaam omhoog, waardoor je hond automatisch gaat zitten.
- Zodra zijn achterste de grond raakt, zeg je “zit” en geef je het snoepje.
- Herhaal dit een paar keer per dag en beloon telkens direct.
Waarom? Dit is een essentiële basiscommando die helpt bij verdere training en dagelijkse situaties.
2. Poot geven – Een leuke en makkelijke truc
Zo leer je het aan:
- Laat je hond “zit” en houd een snoepje in je hand.
- Til zachtjes zijn poot op en zeg “poot”, terwijl je het snoepje geeft.
- Na een paar herhalingen zal hij vanzelf zijn poot aanbieden als je “poot” zegt.
Waarom? Dit trucje is niet alleen schattig, maar helpt ook bij het wennen aan pootverzorging.
3. Liggen – Een kalmerend en nuttig commando
Zo leer je het aan:
- Laat je hond eerst “zit”.
- Houd een snoepje bij zijn neus en beweeg het langzaam naar de grond.
- Zodra hij met zijn hele lichaam plat ligt, zeg je “lig” en geef je de beloning.
Waarom? “Lig” is handig in situaties waarin je wilt dat je hond rustig blijft, zoals bij bezoek of in een drukke omgeving.
4. Blijf – Voor meer controle over je hond
Zo leer je het aan:
- Laat je hond “zit” of “liggen”.
- Houd je hand open met de palm naar hem toe en zeg “blijf”.
- Doe een stap achteruit. Als hij blijft zitten, beloon je hem direct.
- Bouw de afstand en duur langzaam op.
Waarom? Dit is een belangrijke oefening voor gehoorzaamheid en veiligheid, bijvoorbeeld bij het oversteken.
5. Rollen – Een speelse en grappige truc
Zo leer je het aan:
- Laat je hond “liggen”.
- Houd een snoepje bij zijn neus en beweeg het zijwaarts naar zijn schouder.
- Zodra hij zich op zijn zij draait, beloon je hem.
- Herhaal dit totdat hij een volledige rol maakt en voeg dan het commando “rol” toe.